VERSNELDE BTW-TERUGGAVE AANVRAGEN TOT EN MET 3 APRIL! – 30/03/2020

31 March 2020

Als bijkomende steunmaatregel is het mogelijk om een versnelde BTW-teruggave te bekomen vanaf 31 maart 2020. In plaats van een terugbetaling op 29 mei 2020, of zelfs uiterlijk op 30 juni 2020, zal de terugbetaling dankzij deze maatregel uiterlijk op 30 april 2020 gebeuren. De aanvraag kan t.e.m. 3 april 2020 ingediend worden.

WIE:

Alle indieners van btw-maandaangiften – ook zij die géén vergunning maandelijkse teruggave hebben en die evenmin als ‘starter’ beschouwd worden – zullen onder volgende voorwaarden een versnelde teruggave van het btw-krediet kunnen genieten op hun rekening-courant (met datum van uitwerking 31 maart 2020).

  • Voor alle maandindieners die van deze versnelde teruggaaf willen genieten (starters, vergunninghouders ‘maandelijkse teruggave’ en alle anderen) wordt de indieningstermijn voor de aangifte van februari 2020 gebracht op 3 april 2020.
  • Deze aangifte moet via Intervat worden ingediend.
  • De teruggave zal enkel gebeuren als het vakje ‘Aanvraag terugbetaling’ aangekruist is.
  • Tot en met 3 april 2020 kan de belastingplichtige via Intervat een verbeterende aangifte indienen om deze optie te wijzigen.

De andere basisvoorwaarden blijven van toepassing, onder andere:

  • Minimumbedrag 245 euro.
  • Alle aangiften over het lopende kalenderjaar moeten ingediend zijn.
  • De administratie kent uw rekeningnummer voor btw-teruggaven.
  • Er mag geen verzet tegen deze terugbetaling bestaan (t.g.v. een derdenbeslag of een overdracht van schuldvordering).

Dit tegoed kan eventueel wel nog het voorwerp uitmaken van een inhouding of aanwending op een andere openstaande schuld en van een ‘verificatie btw-tegoed’.

Contacteer uw HLB-dossierbeheerder om tijdig uw aanvraag in te dienen.

https://financien.belgium.be/nl/Actueel/bijkomende-steunmaatregelen-coronacrisis-btw-teruggaven-maandaangiften

Jim Geudens

Gecertificeerd fiscaal accountant

Heeft u nog vragen?

Mail naar jim.geudens@hlb.be
of bel +32 3 449 97 57

Email

Vragen rond Corona? Lees onze FAQ!

25 March 2020

De economische impact van het coronavirus roept veel vragen op bij ondernemers. Hierna alvast een bondige reactie op een aantal vragen die wij reeds ontvingen, voorzien in voorkomend geval van een link naar meer uitgebreide informatie.

De adviseurs van HLB blijven uiteraard te uwer beschikking voor verdere assistentie zodat u uw focus kan houden op dat wat er werkelijk toe doet.

 

Ik ben zelfstandige in hoofdberoep en door de coronacrisis zijn mijn inkomsten teruggevallen. Hoe komt de overheid mij tegemoet?

De overheid heeft een aantal maatregelen genomen op een aantal vlakken:

  • Overbruggingsrecht (Federaal): bij een onderbreking van activiteiten van tenminste 7 opeenvolgende kalenderdagen heeft u recht op een financiële uitkering. Het betreft in principe een volledige onderbreken waarbij u als zelfstandige geen enkele beroepsactiviteit meer heeft. Er zijn bronnen die stellen dat zelfstandigen die werken via een vennootschap en die hun bedrijf volledig moeten sluiten vanwege de maatregelen genomen ingevolge het coronavirus, eveneens recht hebben op het overbruggingsrecht en dat het feit dat men bestuurder is in zijn vennootschap dan wel onafhankelijke bestuurder waarvoor hij nog steeds een vergoeding van de vennootschap ontvangt, hem niet belet van het overbruggingsrecht te kunnen genieten. Wij hebben dit echter nog niet bevestigd gezien door de overheid.
    https://www.vlaio.be/nl/subsidies-financiering/subsidiedatabank/overbruggingsrecht-voor-zelfstandigen-coronavirus
    https://www.rsvz.be/nl/news/moeilijkheden-door-het-coronavirus

 

 

 

 

 

  • Fiscale maatregelen: zie verder.

Overzicht maatregelen m.b.t. diverse aspecten van de fiscaliteit (van toepassing op alle ondernemingen):

 

Mijn onderneming is BTW maandaangever maar wij vernamen dat er uitstel kwam zowel wat aangifte als betaling betreft. Heeft dit uitstel reeds concreet invloed op onze maandaangifte van maart 2020?

Concreet is er zowel wat betreft de BTW-aangifte, de intracommunautaire opgave en de jaarlijkse klantenlisting algemeen uitstel. Tevens is er inderdaad betalingsuitstel (Federaal).

PERIODIEKE AANGIFTEN

BTW

INTRACOMMUNAUTAIRE OPGAVEN

JAARLIJKSE KLANTENLISTING: termijn verlengd tot 30 april 2020 (Federaal)

https://financien.belgium.be/nl/Actueel/18-03-2020-coronavirus-bijkomende-steunmaatregelen

 

Mijn onderneming komt in de problemen met cashflow en zal een overbruggingskrediet aangaan. Zijn er zaken die mij kunnen helpen?

Ondernemingen en zelfstandigen kunnen schulden en een overbruggingskrediet laten waarborgen door de Participatie Maatschappij Vlaanderen. Dit moet garanderen dat bedrijven door de coronacrisis o.a. hun personeel kunnen blijven betalen, grondstoffen kunnen blijven aankopen en facturen kunnen blijven betalen.  Via de bestaande waarborgregeling kunnen ondernemingen die geen financieringsovereenkomst kunnen afsluiten door een gebrek aan voldoende waarborgen, tot 75 procent van de verbintenissen laten afdekken door de Vlaamse overheid, in ruil voor een eenmalige premie. Zo neemt de Vlaamse overheid een deel van de risicopositie over van de bank (Vlaams).

http://www.pmvz.eu/corona-uitbreiding

 

SOWALFIN, SOGEPA en SRIW zullen in overleg met de banksector bedrijven in financiële moeilijkheden ondersteunen in de vorm van een bankgarantie of een lening. De SOGEPA Watch Unit ondersteunt bedrijven met specifieke problemen binnen hun sector. De Waalse overheidsadministratie economie zal de uitbetalingstermijn van steun voor bedrijven met een engagement jegens het Waals Gewest verkorten (Wallonië).

Kredietgaranties Wallonië:

https://www.1890.be/article/coronavirus-quelles-mesures-pour-leconomie-et-lemploi-en-wallonie

 

Momenteel werken de bedienden van mijn onderneming thuis maar als de situatie aanhoudt, zal er wellicht onvoldoende werk zijn voor de werknemers gedurende de komende weken. Wat zijn de mogelijkheden?

Ondernemingen die werknemers tijdelijk niet kunnen tewerkstellen ten gevolge van het coronavirus kunnen beroep doen op het systeem van tijdelijke werkloosheid. In normale omstandigheden zijn er twee systemen maar de RVA heeft op 20 maart gemeld dat alle aanvragen van tijdelijke werkloosheid ten gevolge van het coronavirus kan beschouwd worden als tijdelijke werkloosheid wegens overmacht. Verder werd de aanvraagprocedure vereenvoudigd.

https://www.rva.be/nl/nieuws/tijdelijke-werkloosheid-ten-gevolge-van-het-uitbreken-van-het-coronavirus-covid-19-vereenvoudiging-van-de-procedure

 

Algemene Coronavirus COVID-19 informatiewebsite van de Belgische overheid:

https://www.info-coronavirus.be/nl/

 

Informatiewebsite Wallonië

https://www.1890.be/article/coronavirus-quelles-mesures-pour-leconomie-et-lemploi-en-wallonie
https://borsus.wallonie.be/home/presse–actualites/publications/coronavirus–le-gouvernement-de-wallonie-prend-des-mesures-de-soutien-supplementaires.publicationfull.html

 

Informatiewebsite Brussel

https://1819.brussels/nl

 

Informatiebrochures van het ITAA (Institute for Tax Advisors and Accountants)

https://www.itaa.be/nl/corona-maatregelen/

Patrick Van Impe

Bedrijfsrevisor
Managing Partner

Heeft u nog vragen?

Mail naar patrick.vanimpe@hlb.be
of bel +32 3 239 88 42

Email

Vergeet uw klantenlisting niet! – 19/03/2020

19 March 2020

Zoals ieder jaar dient weerom de klantenlisting te worden ingediend. Normaliter is de indieningsdatum voor deze listing: vóór 31 maart 2020. Maar gegeven het Covid-19-virus is er een uitstel tot 30 april 2020.

De klantenlistig is een verplichte opsomming van al uw klanten die afgelopen jaar voor meer dan 250 EUR (excl. btw) goederen hebben afgenomen of aan wie u voor meer dan 250 EUR (excl. btw) diensten hebt verstrekt. Klanten die louter vrijgestelde handelingen verrichten, moet nog steeds niet worden opgenomen in de listing.

Nieuw!

Voor kleine ondernemingen geldt een nieuwe vrijstellingsregeling. Deze ondernemingen hoeven niet langer een klantenlisting in te dienen als men cumulatief aan twee voorwaarden voldoet:

  • Uw onderneming valt onder vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen, en
  • Uw klantenlisting is nihil, dit wil zeggen dat u geen klanten hebt met een Belgische btw-nummer of dat klanten mét een Belgische btw-nummer afgelopen jaar niet meer goederen afnamen/diensten ontvingen dan 250 EUR

Voor verdere vragen kunt u altijd bij uw vertrouwd HLB-expert terecht

Jim Geudens

Gecertificeerd fiscaal accountant

Heeft u nog vragen?

Mail naar jim.geudens@hlb.be
of bel +32 3 449 97 57

Email

De helpende hand van communicerende platforms

6 March 2020

Hoe geef je je medewerkers voluit kansen om zich te ontwikkelen en op te leiden, zonder hun agenda en die van de interne trainers te overladen? En zonder je als bedrijf te verliezen in een administratieve mallemolen? Voor HLB lag de oplossing in e-learning en webinars, netjes aangeboden via communicerende platforms.

Opleiding is de rode draad doorheen HLB, een bedrijf dat actief is in accountancy, audit, belastingadvies en zakelijke dienstverlening. Wie niet gebeten is door bijleren, is hier waarschijnlijk niet aan het juiste adres. “Medewerkers moeten mee zijn met de ontwikkelingen op de markt. Als hun expertise groeit, dan is dat beter voor de dienstverlening naar de klanten. Hoe mensen onze organisatie zien, wordt immers bepaald door het personeel”, opent HR-verantwoordelijke Hanne Van de Velde.

“Vergeet het belang van persoonlijke ontwikkeling niet”, vult managing partner Patrick Van Impe onmiddellijk aan. “De arbeidsmarkt is krap. Als organisatie moet je je onderscheiden van anderen om de juiste medewerkers aan te trekken én te houden. Vorming speelt hierin een grote rol. Meer dan vroeger hebben kandidaten duidelijke verwachtingen over opleiding. Ze willen graag weten wat we hen kunnen bieden. En dat is onder meer praktijkervaring en opleiding.”

Coach voor elke medewerker

Nieuwe medewerkers, vaak schoolverlaters, krijgen op hun eerste werkdag daarom onmiddellijk een coach toegewezen die hen begeleidt tijdens hun verdere loopbaan bij de organisatie. De coach kijkt voortdurend of er hiaten in de kennis zijn of aandachtspunten waaraan moet worden gewerkt.

“We zorgen voor permanente training on-the-job via diverse collega’s”, vertelt Hanne Van de Velde. “Daarnaast hebben we, sinds 2010, een intern vormingsprogramma met opleidingen rond zowel technische vaardigheden als soft skills. In het begin werd elke medewerker verplicht deze opleidingen te volgen. Maar dat bleek niet altijd even zinvol omdat niet iedereen dezelfde opleidingsbehoeften heeft. We vertrekken nu meer vanuit de vraag van de medewerker zelf.”

“Met de webinars kunnen we sneller inspelen op de actualiteit, zoals een wetwijziging. Vroeger ging dit soort informatie vaak verloren omdat het te weinig was om iedereen hiervoor samen te roepen.”

Patrick Van Impe (HLB)

Budget en opleidingen worden een open boek

Om ervoor te zorgen dat iedereen zich voldoende bijschoolt, is een geformaliseerd overzicht van wie welke opleiding heeft gevolgd van groot nut.Het softwareplatform van epowerhr houdt dit voor ons netjes bij. De tool neemt HR heel wat administratief werk uit handen”, gaat ze verder. “Onze medewerkers kunnen via dit platform opleidingen aanvragen. Zo kunnen we makkelijk het budget van elke werknemer bewaken en de verdeling van de opleidingen eerlijk houden. Bovendien kan de coach eenvoudig nagaan of de gekozen opleiding wel aansluit bij de noden van de medewerker en ons bedrijf. En we krijgen een opleidingshistoriek van elke medewerker.”

Durf de efficiëntie in vraag te stellen

HLB biedt zowel interne als externe opleidingen aan. Enkel interne opleidingen aanbieden, volstaat niet. Zeker niet voor meer ervaren profielen die ook gespecialiseerde opleidingen nodig hebben. Het aantal deelnemers hiervoor is echter te klein om dit nog efficiënt in eigen huis te organiseren. Bovendien missen de medewerkers dan de kruisbestuiving met specialisten uit andere organisaties.

Ook praktische zaken hakken in op de efficiëntie van de aangeboden opleidingen. Denk aan de werkplanning: als vele medewerkers tegelijkertijd een opleiding volgen, kan dit de dienstverlening naar de klanten in het gedrang brengen. Logische reactie van de leidinggevende is om prioriteit te geven aan de klant. “Maar zo missen medewerkers opleidingskansen. Organiseren we de opleiding in te kleine groepen, dan is het niet meer rendabel”, geeft Patrick Van Impe mee.

“De grote afstand tussen onze vestigingen weegt eveneens door”, vult Hanne Van de Velde aan. “Medewerkers uit Kortrijk die in Antwerpen een opleiding van twee uur willen volgen, zijn een halve dag in de weer. Hetzelfde geldt voor collega’s uit Charleroi en Luik die naar Brussel moeten trekken. Opnieuw: niet efficiënt en frustratie bij de medewerkers, zo bleek uit een bevraging naar wat onze medewerkers belangrijk vinden.“

“Via het platform kunnen we makkelijk het budget van elke werknemer bewaken, de verdeling van de opleidingen eerlijk houden en nagaan of de gekozen opleiding wel aansluit bij de noden van de medewerker en ons bedrijf.”

Hanne Van de Velde (HLB)

De kracht van beelden

HLB besloot daarom om de klassikale opleidingen aan te vullen met e-learning en webinars om aan deze verzuchtingen tegemoet te komen. Patrick van Impe: “Onze nieuwe medewerkers zijn meestal vrij jong. Ze willen een opleiding volgen als het hen uitkomt en verkiezen beelden boven louter tekst. Ze zijn minder autodidactisch en verwachten dat de informatie naar hen toe komt. Dat vangen we op met deze e-learningmogelijkheden.”“De opleidingen in groep blijven echter belangrijk omwille van de persoonlijke aanpak en de connectie tussen trainer en cursisten. De mens staat centraal.”

Omdat HLB niet de expertise rond video in huis heeft, werd uitgekeken naar een partner. Hanne Van de Velde: “Zo begon mijn zoektocht op de markt. Eerst bepalen wat vennoten en medewerkers verwachten en dit vertalen naar een eisenbundel voor een leerplatform. Dat moest te koppelen zijn met de opleidingsorganisatietool van epowerhr, meertalig zijn, gebruiksvriendelijk voor medewerkers en HR en in de look & feel van HLB. Samen met epowerhr kwamen we bij het platform van aNewSpring uit.”

Met webinars inspelen op de actualiteit

Met de webinars kan HLB sneller inspelen op de actualiteit of behoeften, bijvoorbeeld een wetswijziging, die vlot kan worden verspreid en opgevolgd via aNewSpring. Patrick Van Impe: “We kunnen deze informatie inblikken in een powerpoint, een filmpje of een webinar van een kwartiertje. Vroeger ging dit soort informatie vaak verloren. Het was te weinig om je medewerkers hiervoor samen te roepen. Je kan natuurlijk meerdere items over enkele maanden bundelen, maar dan hol je qua timing achter de feiten aan.”

Focus op output, niet op aanwezigheid

Ook bij de e-learningmodules krijgen de deelnemers aan het einde van de opleiding enkele vragen voorgeschoteld en het geheel van opleiding en test wordt gebundeld als leertraject in aNewSpring. Het resultaat wordt onmiddellijk in de organisatietool van epowerhr verwerkt. Hanne Van de Velde: “Bij HR checken we of de inhoud is begrepen: scoort iemand laag, dan zoeken we uit of extra begeleiding nodig is. Het is zo voor het eerst dat we in onze opleidingen focussen op output, eerder dan op input (cfr. een aanwezigheidslijst). In de toekomst willen we hierop nog meer de nadruk leggen. Voor wie de opleiding klassikaal volgt, volstaat voorlopig de aanwezigheid, zonder test.”

Het bewijs dat een opleiding gevolgd is, is ook belangrijk in het kader van de beroepserkenning. “Medewerkers met een beroepstitel (accountant, belastingconsulent of bedrijfsrevisor) moeten verplicht opleidingen volgen om de titel te kunnen behouden. Elk lid van een beroepsinstituut moet, gespreid over drie jaar, 120 uur besteden aan activiteiten die bijdragen tot een betere professionele kennis”, schetst Patrick Van Impe het kader.

Het merendeel van deze opleidingen moeten bovendien gegeven worden door erkende vormingsactoren. “Omdat we heel wat opleidingen intern doen, hebben we HLB laten erkennen als vormingsoperator. We geven deze opleidingen nu ook aan onze medewerkers die geen beroepstitel hebben of nog bezig zijn met hun stage. Dat vinden we evengoed belangrijk. Een attitude van continu bijleren is cruciaal”, aldus nog Patrick Van Impe.

Hanne Van de Velde benadrukt tot slot dat ze voor het opleidingsbeleid samenwerkt met ‘partners’, niet zomaar leveranciers. “We moeten hen vragen kunnen stellen, we verwachten van hen ook dat ze met ons meedenken over onze noden en ideeën aanreiken. Ze moeten meegaan in ons verhaal op lange termijn. Onze partners, epowerhr en aNewSpring, bewijzen dat ze kunnen samenwerken om beide tools naadloos op elkaar af te stemmen.”

De medewerkers reageren positief op de nieuwe aanpak van e-learning en webinars. Zo besparen ze tijd en verplaatsingen uit. Ze vinden de tools gebruiksvriendelijk en, goed meegenomen, de vragen na elke e-opleiding een leuke uitdaging.

Over epowerhr

epowerhr helpt bedrijven om hun HR-processen efficiënt te organiseren. “We vieren dit jaar onze twintigste verjaardag”, vertelt directeur Joeri De Greef.

epowerhr biedt een softwareplatform aan met verschillende modules o.a. personeelsadministratie, beheer van competenties, opvolging van opleidingen, verplichte kwalificaties en certificaten, persoonlijke ontwikkeling, 360° feedback, en talent reviews. Alles wordt ondergebracht in een krachtig én eenvoudig portaal voor zowel werknemers als HR.

“Wil je verdergaan op bepaalde domeinen, dan kan het erg interessant zijn om in te zetten op gespecialiseerde apps. Cruciaal daarbij is dat de data vlot doorlopen tussen de verschillende systemen. Dat vraagt partners die met elkaar praten, inzetten op een open architectuur, en gebruik maken van standaarden. Zo gebruiken epowerhr en aNewSpring de LTI-standaard om gegevens met elkaar uit te wisselen in real-time” aldus nog Joeri De Greef.

Over aNewSpring

aNewSpring biedt opleiders een innovatief leerplatform aan dat hen in staat stelt blended learning te maken en te verspreiden. Het platform zet de deelnemer centraal en biedt talloze mogelijkheden om learning journeys te ontwikkelen met adaptive learning en social learning elementen. Meer dan 500 klanten gebruiken aNewSpring om professionals een inspirerende learning journey te bieden.

Thijs van Zundert, account executive bij aNewSpring, voegt toe “Ruim een miljoen mensen hebben al een learning journey ervaren via het aNewSpring platform.”

 

Tekst: Katleen Weytjens/WisKeys – www.wiskeys.be

Foto’s: Ivan Mervillie

Nieuwe Nederlandse btw-nummers voor eenmanszaken vanaf 1 januari 2020 – 24/02/2020

24 February 2020

Om te voldoen aan de privacywetgeving heeft de Nederlandse btw-administratie aan alle Nederlandse btw-plichtigen die handelen als natuurlijk persoon een nieuw btw-nummer toegekend. Het oude nummer zal nog wel blijven bestaan maar zal enkel nog gebruikt kunnen worden voor de communicatie tussen de Nederlandse eenmanszaak met de Nederlandse belastingdienst. Vanaf 1 januari 2020 zijn de eenmanszaken evenwel verplicht om het nieuwe btw-nummer te gebruiken in hun relatie met klanten en leveranciers.

De facturen ontvangen van Nederlandse leveranciers of uitgereikt aan Nederlandse klanten die eenmanszaak zijn zullen melding moeten maken van het nieuwe btw-nummer.

Voor Belgische ondernemingen die intracommunautaire leveringen of diensten verrichten aan Nederlandse btw-plichtige eenmanszaken is het dus belangrijk dat zij het nieuwe btw-nummer op de verkoopfacturen vermelden en opnemen in de intracommunautaire opgave.

Bovenstaande is van bijzonder belang aangezien vanaf 2020 de vijstelling voor de intracommunautaire levering van goederen vervalt indien de verkoper niet aan de verplichting voldoet om tijdig een intracommunautaire opgave in te dienen of indien de opgave niet de correcte informatie betreffende de levering bevat.

Tenslotte willen we voor alle duidelijkheid meegeven dat er voor Nederlandse rechtspersonen (vennootschappen) niets wijzigt, zij behouden hun btw-nummer.

Jim Geudens

Gecertificeerd fiscaal accountant

Heeft u nog vragen?

Mail naar jim.geudens@hlb.be
of bel +32 3 449 97 57

Email

Impact van het nieuwe WVV op het sociaal statuut van bestuurders – 11/02/2020

11 February 2020

In vervolg op de inwerkingtreding van het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV) op 1 mei 2019 heeft de RSZ in haar administratieve instructies van het vierde kwartaal 2019 volgende verduidelijking opgenomen voor mandaathouders van vennootschappen:

“De bestuurders van vennootschappen (naamloze vennootschap – NV, besloten vennootschap – BV of coöperatieve vennootschap – CV) kunnen hun mandaat enkel uitoefenen onder het statuut van zelfstandige. Zij kunnen in deze hoedanigheid niet door een arbeidsovereenkomst met de vennootschap zijn verbonden. Het is echter mogelijk om gelijktijdig een activiteit als bestuurder en als loontrekkende uit te voeren als er een duidelijk onderscheid is tussen beide activiteiten. De onderwerping aan het stelsel van de loontrekkenden ontslaat de werknemer dus niet van alle verplichtingen ten opzichte van het sociaal stelsel van de zelfstandigen.”

Sinds de invoering van het nieuwe vennootschapsrecht wordt hierin uitdrukkelijk bepaald dat de bestuurders van vennootschappen hun mandaat als zelfstandige uitoefenen.  Bestuurders kunnen in hun hoedanigheid van bestuurder hun mandaat niet langer d.m.v. een arbeidsovereenkomst met de vennootschap uitoefenen.  Vanaf inwerkingtreding van het WVV is elke arbeidsovereenkomst die betrekking heeft op de uitoefening van een bestuurdersmandaat nietig.  De bestuurder zal in principe dienen aan te sluiten bij een sociale verzekeringskas voor zelfstandigen en zal eventueel bijdragen dienen te betalen aan de sociale verzekeringskas.  Wellicht volgt hieromtrent nog meer duidelijkheid.

Het blijft evenwel nog mogelijk om naast het bestuurdersmandaat d.m.v. een arbeidsovereenkomst verbonden te zijn met de vennootschap, indien de activiteit als loontrekkende volledig afgescheiden is van de taken als vennootschapsmandataris.  In dergelijke situatie is het sterk aanbevolen om de concrete afspraken op te nemen in een mandaatovereenkomst en de taken als loontrekkende duidelijk te definiëren in de arbeidsovereenkomst.

Indien het bestuurdersmandaat volledig onbezoldigd wordt uitgeoefend, zal bijdrageplicht vermeden kunnen worden.  Hiertoe is vereist dat aan de sociale verzekeringskas het bewijs van kosteloos mandaat kan worden verstrekt d.m.v. een statutaire bepaling of d.m.v. een beslissing van het bevoegde bestuursorgaan gepubliceerd in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.  Vereist is dat geen enkele bezoldiging wordt toegekend, wat impliceert dat geen voordelen in natura (o.a. terbeschikkingstelling wagen, woning) worden genoten of geen pensioenpremies betaald worden door de vennootschap ten behoeve van de mandataris.

In het licht van de nieuwe bepalingen kan het aangewezen zijn om na te gaan of voor de bestuurdersmandaten binnen uw vennootschap de nodige verplichtingen werden vervuld.

Katrien Van Goethem

Intern gecertificeerd belastingadviseur

Heeft u nog vragen?

Mail naar katrien.vangoethem@hlb.be
of bel +32 3 449 97 57

Email

Ik wil starten: startersbegeleiding en ‘veelgemaakte fouten’!

21 January 2020

Het aantal starters blijft jaar na jaar groeien en veel mensen spelen met plannen om een activiteit te beginnen. De recente wijzigingen in het vennootschapsrecht, als ook de stelselmatige verlaging van de vennootschapsbelasting, zullen naar verwachting deze trend verder ondersteunen. Interview met Jim Geudens, accountancy director en het aanspreekpunt binnen kantoor Antwerpen voor starters bij HLB.

 

Jim, de startersbegeleiding bij HLB: wat houdt dit in ?

‘Wel, met onze startersbegeleiding willen we voorkomen dat ondernemers ons pas na het starten van de activiteit komen opzoeken. Veelal worden we pas gecontacteerd bij de eerste praktische obstakels (Opzetten boekhouding en eerste administratieve perikelen, BTW-verplichtingen, Facturatie, …). De bedoeling is om vooraf als adviseur samen te zitten met de starter en even te sparren over de vennootschapsrechtelijke en fiscale aspecten bij de opstart van een onderneming.’

Is het dan zo belangrijk om als starter vooraf een adviseur te raadplegen ?

‘Ja, eigenlijk wel. Over het algemeen weten starters heel goed wat zij willen doen. Ze hebben veelal wat ervaring of ze hebben bepaalde opleidingen gevolgd omtrent de voorgenomen activiteit. Het is dus niet de bedoeling dat wij de starter gaan zeggen hoe zij hun activiteiten moeten uitvoeren. Een succesvolle ondernemer is namelijk rotsvast van zijn idee overtuigd. Wij zien echter regelmatig dat ondernemers al een aantal handelingen hebben gesteld vooraleer een adviseur te raadplegen, en dat die aanpak dan juridisch voor problemen zorgt of fiscaal niet optimaal kan worden genoemd.’

Kan je daar een voorbeeld van geven ?

‘Stel dat je voor een activiteit een onroerend goed wil aankopen. Dan is de vraag die wij ons als adviseur stellen: hoe kan dit best georganiseerd worden ? Loopt de aankoop best privé of via een al dan niet nog op te richten vennootschap. Daarbij bekijken we ook het fiscale luik in zijn geheel: dus zowel het moment van aankoop, als gedurende de looptijd van de activiteit als bij de stopzetting ervan. Zo kan vooraf het één en ander fiscaal geoptimaliseerd worden’.

‘Wat wij ook zien is dat starters niet goed weten onder welke vorm men de activiteiten wil uitoefenen. Zelfstandige, zelfstandige in bijberoep of via een vennootschap. Een vennootschap kan ingevolge het nieuwe wetboek met een relatief lage inbreng worden opgericht en fiscaal aanzienlijk voordeliger zijn in vergelijking met een activiteit uitgeoefend als zelfstandige.’

Het fiscale luik is dus een belangrijk onderdeel binnen de startersbegeleiding ?

Uiteraard, maar het is meer dan dat. Wat moet er op de factuur staan ? Moet ik BTW aanrekenen ? Moet ik aansluiten bij een kas voor zelfstandigen ? Welke risico’s zijn er verbonden aan de gekozen vennootschapsvorm ? Moet ik bepaalde verzekeringen afsluiten ? Wat dien ik op te nemen in mijn financieel plan ?…’

Is een financieel plan eigenlijk verplicht ?

‘Ja, en neen. Wettelijk gezien is een financieel plan enkel verplicht bij de oprichting van bepaalde vennootschapsvormen. Voor een zelfstandige activiteit is dit dus geen verplichting. Toch wil ik opmerken dat eigenlijk elke ondernemer minstens voor zichzelf een financieel plan zou dienen op te maken. In zijn meest eenvoudige vorm zou al volstaan: wat zijn mijn verwachte opbrengsten en kosten ? Idealiter wordt ook het fiscale luik erbij betrokken, zodat duidelijk wordt hoeveel de ondernemer zou kunnen overhouden. Vervolgens kan hij of zij gefundeerd beslissen: brengt de activiteit voldoende op om mijn energie er verder in te steken en effectief van start te gaan?… En dát is dan het moment om met ons te komen spreken! (lacht)’

Jim, bedankt voor dit interview. Aan de lezer kan ik nog melden dat een eerste vrijblijvend en verkennend gesprek bij de HLB-startersadviseur gratis is.

Jim Geudens

Gecertificeerd fiscaal accountant

Heeft u nog vragen?

Mail naar jim.geudens@hlb.be
of bel +32 3 449 97 57

Email

Dien tijdig een correcte intracommunautaire opgave in!

20 January 2020

Volgens artikel 39bis van het wetboek btw zijn de leveringen van goederen vrijgesteld van btw wanneer deze goederen worden vervoerd naar een plaats buiten België, maar binnen de Europese Unie op voorwaarde dat de afnemer in het land van aankomst van de goederen hiervoor een geldig btw nummer bezit.

Deze vrijstelling kan tevens worden teruggevonden in de Europese richtlijn 2006/112/EG , meer bepaald in artikel 138.

Om de vrijstelling te mogen toepassen dienen de goederen dus naar een andere lidstaat vervoerd te worden. Omdat de bewijslast hier in de verschillende lidstaten wel eens varieerde, heeft men voortaan op Europees niveau een gemeenschappelijke benadering. De regels hiervoor zijn van start gegaan vanaf 1 januari 2020.

Voor het bewijs van het vervoer naar een ander lidstaat wordt nu voldaan als één van de beide contractspartijen hiervoor een verklaring aflegt, die gestaafd wordt door nog twee bijkomende, onafhankelijke bewijsstukken.

Wanneer de verkoper instaat voor het vervoer kan dit dan een CMR-document, een vrachtbrief, een factuur van vervoer,… zijn.

Wanneer de koper instaat voor het vervoer moeten deze documenten nog aangevuld worden met een schriftelijke verklaring van de afnemer, dat hij deze goederen heeft verworven in een andere lidstaat. Deze verklaring is vergelijkbaar met het “bestemmingsdocument”.

Om de vrijstelling van btw van de intracommunautaire levering in te roepen moet de afnemer over een geldig btw nummer bezitten in het land van aankomst. De afnemer is er dus ook toe gehouden om dit btw nummer mede te delen aan de verkoper, die het moet opnemen op zijn intracommunautaire opgave.

Verder wordt er in de nieuwe regels ook vermeld dat de vrijstelling van intracommunautaire levering niet kan worden toegepast indien de verkoper zijn verplichtingen inzake de indiening van de intracommunautaire opgave niet heeft nageleefd.

Deze verplichting werd opgenomen in het wetboek btw bij wijziging van artikel 39bis.Een niet tijdige intracommunautaire opgave kan dan ook de vrijstelling voor intracommunautaire leveringen kan doen vervallen.

Het is dus van groot belang om een tijdige, correcte intracommunautaire opgave in te dienen, waarin alle intracommunautaire handelingen van de periode zijn opgenomen.

Indien u assistentie wenst bij het indienen van de IC-opgave of indien u wenst dat wij uw situatie analyseren, aarzel niet om ons te contacteren.

Jim Geudens

Gecertificeerd fiscaal accountant

Heeft u nog vragen?

Mail naar jim.geudens@hlb.be
of bel +32 3 449 97 57

Email

Contracten B2B: wijzigingen Wetboek van Economisch Recht…

19 January 2020

Met alles wat er de laatste maanden is geschreven over het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen zouden we haast vergeten dat ook het Wetboek van Economisch Recht (WER) op een aantal vlakken gewijzigd werd. In dit artikel overlopen we de kernlijnen van de wijzigingen met betrekking tot B2B-contracten.

Drieluik

In B2C-relaties kunnen consumenten zich beroepen op bepalingen van het WER waardoor bepaalde contractuele bedingen ten aanzien van deze consumenten nietig zijn. Denk o.a. aan oneerlijke marktpraktijken. Een soortgelijke regeling werd recent opgezet voor B2B-relaties. Deze regeling bestaat uit volgende drie luiken:

  1. Oneerlijke marktpraktijken (in werking sinds 1/09/2019)
  2. Onrechtmatige bedingen (inwerkingtreding 1/06/2020)
  3. Misbruik van economische afhankelijkheid (inwerkingtreding 1/12/2020)

Oneerlijke marktpraktijken tussen ondernemingen

Er was reeds een algemeen verbod op oneerlijke marktpraktijken. Dit wordt nu verder verduidelijkt. Worden in het bijzonder als oneerlijk beschouwd, ‘de marktpraktijken van ondernemingen jegens andere ondernemingen die:

1° misleidend zijn,
2° agressief zijn en
3° die een verboden daad in de zin van het WER in de hand werken.’

1° Misleidende marktpraktijken

Dit zijn praktijken die ertoe leiden dat een onderneming een besluit over een transactie neemt die zij, indien juist geïnformeerd, niet zou nemen. Dit kan doordat op een onjuiste of bepaalde manier informatie gepresenteerd wordt die de onderneming misleidt over bepaalde essentiële elementen zoals o.a. de aard, de kenmerken of de prijs van het product maar evengoed over de rechten en risico’s verbonden aan de transactie.

Ook het weglaten, het verborgen houden dan wel het op onduidelijke, onbegrijpelijke of dubbelzinnige wijze verstrekken van essentiële informatie is misleidend indien dit een onderneming er toe brengt een besluit over een transactie te nemen die zij anders niet zou hebben genomen.

2° Agressieve marktpraktijken

Indien door intimidatie, dwang, geweld of ongepaste beïnvloeding de keuzevrijheid of de vrijheid van handelen wordt beperkt of kan worden beperkt, dan is er sprake van agressieve marktpraktijken. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn indien een onderneming haar machtspositie gebruikt om druk uit te oefenen waardoor het vermogen om een geïnformeerd besluit te nemen voor de andere partij sterkt wordt beperkt. De machtspositie is te begrijpen als de situatie van ongelijkheid tussen een sterke en een zwakke partij. Het kan bijvoorbeeld gaan om het uitbuiten van de contractuele positie van een onderneming tegenover de ander onderneming.

3° ‘die een verboden daad in de zin van het WER in de hand werken’

Dit is het geval wanneer een onderneming een andere onderneming steunt, bijstaat of opdraagt om agressieve of misleidende marktpraktijken te hanteren.

Sanctie

De hiervoor onder 1° en 2° behandelende oneerlijke marktpraktijken zijn verboden en strafbaar. Dit impliceert dat elke belanghebbende een stakingsvordering kan inleiden bij de bevoegde rechtbank en dat er boetes toegepast kunnen worden.

Besluit

In onze volgende bijdragen zullen wij dieper ingaan op de nieuw in het WER opgenomen onrechtmatige bedingen (inwerkingtreding 1/06/2020) en het misbruik van economische afhankelijkheid (inwerkingtreding 1/12/2020).

Zeker de nieuwe bepalingen betreffende onrechtmatige bedingen kunnen van invloed zijn op B2B-contracten en algemene voorwaarden. Eventueel dringt een review zich op.

Dries Vervoort

Tax & Legal Consultant

Heeft u nog vragen?

Mail naar dries.vervoort@hlb.be
of bel +32 3 449 97 57

Email

KMO’s: nog snel investeren voor nieuwjaar?!

12 December 2019

Verhoogde investeringsaftrek: 20%

In de zomer van 2017 werd besloten om de eenmalige investeringsaftrek te verhogen van 8% naar 20% gedurende twee jaar (vanaf 1/1/2018 – 31/12/2019). Deze verhoging loopt eind dit jaar af. Daarom kan het dus interessant zijn om nog dit jaar te investeren.

Het moet gaan om investeringen in materiële of immateriële vaste activa, in nieuwe staat verkregen of tot stand gebracht en die in België uitsluitend voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt en over minstens 3 jaar worden afgeschreven. Uitgesloten zijn o.a. personenwagens, wagens voor dubbel gebruik, …

Concreet: een KMO doet nog in 2019 een investering van 50.000 euro. Hiervan komt 20% in aanmerking voor de investeringsaftrek. Er kan dus 10.000 euro in aftrek gebracht worden op het belastbaar resultaat. Rekening houdende met een belastingtarief van 20% komt dit neer op een belastingbesparing van 2.000 euro i.p.v. 800 euro indien de investering in 2020 zou plaats vinden.

Pro rata afschrijvingen vanaf 2020

Momenteel kunnen KMO’s hun investeringen die zij gedurende het jaar doen, voor een volledig jaar in afschrijving nemen. Vanaf 1/1/2020 dienen de afschrijvingen ‘pro rata temporis’ te gebeuren net zoals dat reeds voor grote vennootschappen het geval is. M.a.w. een investering gedaan op 1 december kan maar voor 31/365 afgeschreven worden in het jaar van aankoop.

Lineair afschrijven wordt de regel

Vanaf 2020 mag niet meer degressief worden afgeschreven. Elke investering zal verplicht lineair moeten worden afgeschreven. Voor investeringen die plaats vinden vóór 1 januari 2020 en waarbij geopteerd wordt voor het degressief afschrijvingsregime, mogen ook de komende jaren degressief worden afgeschreven.

Tijdstip aanvang afschrijving

Er moet wel rekening gehouden worden met het tijdstip vanaf wanneer men (fiscaal) mag beginnen afschrijven. Hierbij zijn twee tijdstippen bepalend:

  • ofwel de datum van werkelijke levering;
  • ofwel de datum waarop de vennootschap juridisch eigenaar is geworden (overeenstemming tussen prijs en voorwerp via geldige verkoopovereenkomst)

Het voorgaande impliceert dat het aangewezen is het e.e.a. in een overeenkomst vast te leggen om tegenstelbaar te zijn aan de fiscus.

Dus: nog snel investeren voor nieuwjaar ?

KMO’s die een investering in de stijgers hebben staan, kunnen fiscaal voordeel doen door deze nog in 2019 te laten doorgaan. Contacteer uw HLB-adviseur om de haalbaarheid en impact voor uw vennootschap te bekijken.

Marc Dierckx

Gecertificeerd fiscaal accountant

Heeft u nog vragen?

Mail naar marc.dierckx@hlb.be
of bel +32 3 449 97 57

0232292740

Email

Ficheverplichting en bedrijfsvoorheffing in te houden bij bezoldigingen door een buitenlandse groepsvennootschap

11 December 2019

De Belgische wetgever heeft een nieuwe fictiebepaling ingevoerd die impliceert dat de Belgische werkgever of Belgische vennootschap waarin de bedrijfsleider zijn mandaat uitoefent, geacht wordt de bezoldigingen, toegekend door een buitenlandse groepsvennootschap, zelf te hebben toegekend.  Door voorgaande fiscale fictie is de Belgische vennootschap inhoudingsplichtig voor bezoldigingen betaald of toegekend vanaf 1 maart 2019 door de buitenlandse verbonden vennootschap.

Er is tevens een hiermee samenhangende ficheverplichting voor opmaak fiches 281.10 of 281.20, die reeds geldt voor betalingen of toekenningen in de periode van 1 januari 2019 tot 28 februari 2019.  De fiches voor inkomsten 2019 dienen vóór 1 maart 2020 elektronisch ingediend te worden.

De bepalingen betreffen ook voordelen in natura, o.a. aandelenopties, restricted stock units (RSU), gratis of met korting toegekende aandelen, winstpremies.

U doet er dus goed aan om voor 2019 alsnog bedrijfsvoorheffing af te dragen in voormelde situaties, indien dit nog niet gebeurd zou zijn.  Deze situaties worden momenteel geviseerd in controleacties van de BBI.  Ingeval geen bedrijfsvoorheffing werd ingehouden door de Belgische groepsvennootschap, wordt het bedrag van de ten onrechte niet ingehouden bedrijfsvoorheffing aangemerkt als een belastbaar voordeel van alle aard in hoofde van de werknemer of bedrijfsleider, wat in een aanzienlijke bijkomende belasting kan resulteren met toepassing van belastingverhogingen.

Het is dus aangewezen uw buitenlandse groepsvennootschappen hiervan in kennis te stellen en desgevallend de huidige groepsprocedures aan te passen, als u mogelijk momenteel niet automatisch geïnformeerd wordt over de verloning die niet via de Belgische groepsentiteit loopt.&nbsp

Uw vertrouwde HLB adviseur helpt u graag verder met de begeleiding bij het vervullen van de nodige verplichtingen.

Katrien Van Goethem

Intern gecertificeerd belastingadviseur

Heeft u nog vragen?

Mail naar katrien.vangoethem@hlb.be
of bel +32 3 449 97 57

Email

Startende ondernemingen kunnen btw maandelijks terugvragen!

8 November 2019

Onder bepaalde voorwaarden is het tevens mogelijk voor maandaangevers om ook in de andere maanden de btw tegoeden terug te vragen. De voorwaarden hiervoor zijn:

  • Het btw tegoed op jaarbasis bedroeg minstens € 12.000
  • 30% van de omzet werd gehaald uit bepaalde handelingen (IC leveringen, uitvoeren, handelingen waarvoor de verleggingsregels van toepassing zijn,…)
  • De btw aangiftes moeten elektronisch worden ingediend

Om hiervan gebruik te maken moeten de belastingplichtigen een vergunning aanvragen.

Voor startende ondernemingen, kan het zijn dat zij bij de opstart liquiditeitsproblemen ondervinden omdat zij de btw niet snel genoeg kunnen terugvragen en niet in aanmerking komen voor de regeling van maandelijkse teruggaaf zoals hierboven besproken.

Daar heeft de regering met het KB van 29 augustus 2019 verandering in gebracht. Vanaf 1 januari 2020 zullen stratende ondernemingen ook kunnen genieten van maandelijkse teruggaaf in de 24 eerste maanden na hun oprichting indien aan volgende voorwaarden voldaan is:

  • Het btw tegoed bedraagt minstens € 245
  • De starter dient maandelijks btw aangiftes in
  • De btw aangiftes moeten elektronisch worden ingediend

De startende onderneming heeft hier geen vergunning voor nodig.

Indien u hier toepassing van wenst te maken en hier vragen over heeft, laat het ons gerust weten.

Marc Dierckx

Gecertificeerd fiscaal accountant

Heeft u nog vragen?

Mail naar marc.dierckx@hlb.be
of bel +32 3 449 97 57

0232292740

Email

Contacteer ons
x
x

Delen via:

Link:

Copied to clipboard Kopieren