Stimuli voor investeringen in een groen(er) en/of veiliger vrachtwagenpark

10 November 2021

Naast de aangekondigde (paleis)revoluties op vlak van de wagenfiscaliteit die de jongste weken werden afgekondigd, lanceerden de verschillende regeringen in ons land stimuliplannen die de transitie naar een meer ecologisch en/of veiliger vrachtverkeer dienen te faciliteren. 

1. Vlaamse steun voor ecologisch en veilig transport 

Wie? 

Tot 17 december 2021 kunnen ondernemingen met een exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest (klein én groot) met minstens 1 voertuig van +3,5 ton een subsidieaanvraag indienen indien zij een tussenkomst wensen te bekomen voor haar veiligheidsbevorderende- en/of ecologische investeringen in haar wagenpark.  

Bedrag? 

Deze tegemoetkoming bedraagt maximaal 5.000 EUR per vrachtwagen of een maximaal toegekende steun ten bedrage van 100.000 EUR gedurende de afgelopen drie kalenderjaren.  

Waarvoor? 

Een subsidie kan worden aangevraagd voor het aankopen, huren of leasen van: 

  • Rij-assistentiesystemen ter bevordering van energiezuinig en verkeersveilig rijgedrag; 
  • Extra veiligheidsvoorzieningen die verder gaan dan de wet voorschrijft;  
  • Extra voorzieningen met een positieve impact op het milieu en op de geluidslast; 
  • Maatregelen ter bevordering van de efficiëntie; 
  • Maatregelen ter bevordering van de ergonomische vormgeving van de bestuurdersplaats; 
  • Maatregelen ter vermijding van diefstal. 

 Concrete voorbeelden zijn: rijstrookassistentiesystemen, dodehoekdetectoren, remsystemen, etc. 1 

2. Investeringsaftrek voor groene vrachtwagens vanaf 1 januari 2022 

 Wie? 

 Ondernemingen (zowel vennootschappen als eenmanszaken) die vanaf 1 januari 2022 investeren in nieuwe koolstofvrije vrachtwagens en/of voor de laad- en tankinfrastructuur ter zake. Deze ondernemingen kunnen principieel vanaf volgend jaar genieten van een verhoogde investeringsaftrek. 

Tarief? 

Voor inkomstenjaren 2022 en 2023 bedraagt de investeringsaftrek 35% om de daaropvolgende jaren gradueel te dalen tot het tarief van 13,5% (tarief groene investeringen) in inkomstenjaar 2027.  

Waarvoor? 

De regel is gericht op het investeren in nieuwe vrachtwagens die koolstofemissievrij rijden en/of hun laad-en tankinfrastructuur. Dit behelst aldus vrachtwagens die op elektriciteit of waterstof rijden. 

Voor een analyse van uw vrachtwagenpark, kunt u immer bij uw vertrouwd HLB-expert terecht. 

Glenn Vermeulen

Tax Consultant

Heeft u nog vragen?

Mail naar glenn.vermeulen@hlb.be
of bel +32 56 26 05 61

Email

Hebt u de aangifteverplichting voor uw buitenlandse onroerende goederen reeds vervuld?

9 November 2021

Als u vóór 2021 reeds eigenaar was van onroerende goederen in het buitenland en deze reeds in uw Belgische aangifte personenbelasting voor voorgaande inkomstenjaren werden opgenomen, zou u normaal in de loop van 2021 reeds een aangifteformulier ontvangen hebben van de Belgische belastingdienst waarin u gevraagd wordt de nodige informatie te verstrekken betreffende uw in het buitenland gelegen onroerende goederen. 

We wensen er uw aandacht nog op te vestigen dat deze aangifte uiterlijk 31 december 2021 dient te worden ingediend bij de bevoegde belastingdienst.  

Voor bijkomende informatie omtrent deze nieuwe aangifteverplichting verwijzen we naar ons eerder artikel van 2 april 2021. 

Vanaf 2021 een kadastraal inkomen voor buitenlandse onroerende goederen

Als u hierbij nog vragen heeft of de aangifte door uw mandataris wenst te laten indienen, kan u hiervoor contact opnemen met uw gebruikelijke HLB contactpersoon.  Om ons toe te laten tijdig het nodige te kunnen doen, graag desgevallend contact opnemen vóór 3 december 2021. 

Katrien Van Goethem

Intern gecertificeerd belastingadviseur

Heeft u nog vragen?

Mail naar katrien.vangoethem@hlb.be
of bel +32 3 449 97 57

Email

Vrijstelling voor diensten verbonden aan uitvoer vanaf 1 januari 2022 beperkt!

2 November 2021

De langverwachte circulaire met betrekking tot de beperkte toepassing van de vrijstelling rond uitvoer gerelateerde diensten werd op 28 oktober 2021 gepubliceerd.

De circulaire kwam er aangezien het toepassingsgebied van de vrijstelling voor uitvoer gerelateerde diensten momenteel in België nog steeds ruim wordt geïnterpreteerd terwijl dit niet langer in lijn lag met de Europese visie.

In navolging van het Arrest van het Hof van Justitie in de zaak  ‘L.C.’ IK ( C-288/16) van 29.06.2017, was er reeds de conclusie gekomen dat het toepassingsgebied van de vrijstelling voorzien in artikel 146, lid 1, onder e), van Richtlijn 2006/112/EG beperkt diende te worden tot de vervoersdiensten die rechtstreeks verband hielden met de effectieve uitvoer van de goederen en tevens rechtstreeks voor de uitvoerder of de ontvanger van de bedoelde goederen moesten zijn verricht. Dit impliceerde tevens dat de vrijstelling slechts kan worden toegepast in de verhouding tussen enerzijds de dienstverrichter en anderzijds de afzender of de ontvanger van de goederen. Van zodra er beroep wordt gedaan op onderaannemers, kan in deze verhouding niet langer toepassing gemaakt worden van de vrijstelling voorzien in artikel 146, lid 1, onder e), van de Richtlijn 2006/112/EG.

Wat betreft de Belgische btw-wetgeving, heeft het arrest gevolgen voor de toepassing van de vrijstelling voorzien in artikel 41, § 1, eerste lid, 3°, van het Btw-Wetboek. Deze bepaling vormt immers de gedeeltelijke omzetting van artikel 146, lid 1, onder e), van de Richtlijn 2006/112/EG in Belgisch recht.

Concreet kan de vrijstelling van artikel 41, § 1, eerste lid, 3°, van het Btw-Wetboek, nog slechts toegepast worden in de verhouding tussen enerzijds de dienstverrichter en anderzijds de afzender of de ontvanger van de uit te voeren goederen. De twee laatstgenoemde personen kunnen onder meer volgende deelnemers betreffen:

–      de verkoper of de koper van de uit te voeren goederen

–      de eigenaar, de huurder of de ontlener van de uit te voeren goederen

–      de maakloonwerker die goederen uitvoert buiten de Gemeenschap om ze een herstelling, bewerking, verwerking of aanpassing te laten ondergaan

–      de persoon die goederen wederuitvoert buiten de Gemeenschap, welke hij op zicht, op proef of in consignatie had ontvangen

–      de persoon die goederen wederuitvoert buiten de Gemeenschap, nadat ze door hem zijn hersteld, bewerkt, verwerkt of aangepast.

Indien de dienstverrichter een beroep doet op een onderaannemer voor het verrichten van de goederenvervoerdienst, kan de dienst verricht door de onderaannemer niet van de btw worden vrijgesteld op grond van artikel 41, § 1, eerste lid, 3°, van het Btw-Wetboek.

Om de marktdeelnemers de nodige tijd te geven zich aan te passen en aangezien dit toch een grote aanpassing binnen de sector zal vergen, zal bovenstaande wetgeving pas ingaan op 1 januari 2022.

Nike De Bruyn

Gecertificeerd belastingadviseur

Heeft u nog vragen?

Mail naar nike.debruyn@hlb.be
of bel +32 3 449 97 57

Email

Contacteer ons
x
x

Delen via:

Link:

Copied to clipboard Kopieren