Streep door de elektriciteits-en verwarmingsrekening als voordeel alle aard: hoge energieprijzen leiden eventueel tot bittere fiscale pil

13 January 2022

De energiefactuur als alternatieve verloning … 

Bedrijfsleiders en werknemers die hun elektriciteits- en/of verwarmingsfactuur lieten betalen door hun vennootschap/werkgever werden tot en met inkomstenjaar 2021 belast op een forfaitair voordeel alle aard. Indien het energieverbruik bepaalde hoogtes haalde, kon dit fiscaal interessant zijn. Zo werd een bedrijfsleider/leidinggevend personeel tijdens inkomstenjaar 2021 belast op een forfaitair verwarmingsvoordeel van 2.080 EUR en een elektriciteitsvoordeel (elektriciteit die niet werd aangewend voor verwarming) van 1.030 EUR. Het mogelijke voordeel voor reguliere werknemers bedroeg een stuk minder (930 EUR en 470 EUR). 

Gelet op de fors stijgende energieprijzen beslisten enkele bedrijven deze verloningsmethode mee te nemen in hun cafetariaplan (zie bv. ruling nr. 2020.1977, 15/12/2020). Daarnaast was het voor meer en meer bedrijfsleiders interessant om de energiefactuur door de vennootschap te laten dragen indien deze meer bedroeg dan de forfaitaire bedragen. 

… minister niet akkoord 

De minister liet in een reactie op bovenstaande ruling weten dat dergelijke verloningsvormen niet kaderen in de overheidsvisie waarbij de afbouw van alternatieve verloningsmethodes centraal staat. 

Gevolg: grove borstel door de geldende wetgeving 

Teneinde een halt toe te roepen aan bovenstaande praktijk voerde de wetgever een nieuwe voorwaarde in om te kunnen genieten van de forfaitaire berekeningsmethode. Sedert 1/1/2022 kan enkel nog worden genoten van deze forfaitaire waarderingsmethode indien het onroerend goed dat wordt verwarmd of van elektriciteit wordt voorzien, ter beschikking wordt gesteld door werkgever/vennootschap.  

Deze relatief sluiks toegevoegde voorwaarde houdt dus in dat bedrijfsleiders/werknemers die de energie in hun eigen privé-woning betaald zien door de vennootschap of hun werkgever, voortaan belast zullen worden op het werkelijk genoten voordeel (= de werkelijke factuur, ongeacht de hoogte) in plaats van het forfaitaire.  

Stof tot nadenken 

Een hoge energieafrekening zou dus eventueel nog eens gevolgd worden door een onaangename fiscale factuur. Het laten overzetten van de energiefactuur van de vennootschap naar de privé-persoon zou, met dermate hoge energieprijzen, dan op haar beurt er eventueel wel kunnen voor zorgen dat er minder gunstige tarieven zullen worden aangerekend (bv. van een vast tarief uit het verleden naar een variabele tarief op heden) … 

Aarzel niet uw vertrouwd HLB-expert te contacteren voor verdere vragen. 

Glenn Vermeulen

Tax Consultant

Heeft u nog vragen?

Mail naar glenn.vermeulen@hlb.be
of bel +32 56 26 05 61

Email

Wijzigingen aangaande btw vanaf 1 januari 2022 en komende jaren

5 January 2022

Om het nieuwe jaar met een ander btw-elan in te stappen, werd er op 26 oktober 2021 nog een nieuw wetsontwerp betreffende diverse btw-bepalingen neergelegd en ondertussen gestemd. Het omvat enkele belangrijke wijzigingen aan de huidige btw-reglementering toepassing van het werkelijk gebruik, afschaffing attest van 6%, van verhuren van gemeubeld logies, etc. We geven een kort overzicht van de belangrijkste wijzigingen:

Afschaffing 6%-attest verplichting bij renovatie, verklaring op factuur vanaf 1/1/2022

Mits inachtname van bepaalde voorwaarden zijn renovatie- en herstellingswerken aan woningen ouder dan tien jaar onderworpen aan het verlaagde btw-tarief van 6 %. In het verleden was het noodzakelijk om de klant hiervoor een schriftelijk attest in te laten vullen waarin bevestigd werd dat het om een woning ging dewelke minstens 10 jaar in gebruik was alsook hoofdzakelijk werd aangewend voor privédoeleinden. Dit zorgde ervoor dat de aannemer in principe bij goeder trouw ontlast werd van zijn aansprakelijkheid. In de praktijk gaf het echter een enorme administratieve extra last.

Als gevolg hiervan zal er vanaf 1 januari 2022 worden afgezien van het attest. Als tegenhanger dient de factuur nu wel een uitgebreide verklaring te bevatten.

Die verklaring moet als volgt luiden : “Btw-tarief : Bij gebrek aan schriftelijke betwisting binnen een termijn van één maand vanaf de ontvangst van de factuur, wordt de klant geacht te erkennen dat (1) de werken worden verricht aan een woning waarvan de eerste ingebruikneming heeft plaatsgevonden in een kalenderjaar dat ten minste [vijftien of tien] jaar voorafgaat aan de datum van de eerste factuur met betrekking tot die werken, (2) de woning, na uitvoering van die werken, uitsluitend of hoofdzakelijk als privé- woning wordt gebruikt en (3) de werken worden verstrekt en gefactureerd aan een eindverbruiker.” Wanneer minstens één van die voorwaarden niet is voldaan, zal de afnemer binnen een termijn van één maand de toepassing van het verlaagde btw-tarief schriftelijk moeten betwisten en zal de aannemer gehouden zijn om een corrigerende factuur of debet nota uit te reiken aan de afnemer.

De verantwoordelijkheid omtrent de toepassing van het juiste btw-tarief ligt dan ook bij de opdrachtgever. Deze zal immers bij onterechte toepassing van het verlaagde tarief aangeduid worden om het bijkomende btw-bedrag aan de Schatkist te betalen alsook eventuele boetes en intresten dewelke aan de aannemer worden opgelegd.

Ook de attesten voor de verlaagde tarieven van de bouw en renovatie van woningen en woningcomplexen voor gehandicapten komen te vervallen en worden vervangen door een factuurverklaring.

Toepassing van het werkelijk gebruik voor het recht op aftrek van gemengde belastingplichtigen

Btw-belastingplichtigen die zowel btw-belaste handelingen verrichten als btw-vrijgestelde handelingen zonder recht op aftrek, ook wel gemengde belastingplichtigen genoemd, dienen hun recht op aftrek normaliter te beperken. De algemene regel stelt dat deze beperking in principe gebeurt aan de hand van het algemeen verhoudingsgetal. Als alternatief kan geopteerd worden om het recht op aftrek te beperken op basis van het werkelijk gebruik. Meer nog indien het algemeen verhoudingsgetal een onrechtmatig voordeel oplevert, kan de administratie het werkelijk gebruik verplicht opleggen.

Momenteel wordt de aanvraag tot toepassing van het werkelijk gebruik gedaan via een schriftelijk verzoek aan, in te dienen bij het bevoegde btw-kantoor.

In de toekomst zal de kennisgeving van de keuze voor het werkelijk gebruik voldoende zijn. De kennisgeving dient wel elektronisch te gebeuren en in principe bij aanvang van de toepassing ervan of ten laatste op de voorlaatste dag van de eerste aangifteperiode die volgt op het begin of de wijziging van de activiteit. De nodige informaticasystemen om deze kennisgeving te verrichten zijn nog volop in de maak.

Belangrijk ook belastingplichtigen die momenteel het werkelijk gebruik al toepassen, moeten opnieuw een elektronische kennisgeving indienen voor 30 juni 2023!

Afschaffing forfaitaire regelingen

Met ingang van 1 januari 2028 zullen de forfaitaire btw-regelingen wegebben. Momenteel kent onze btw-wetgeving verschillende forfaitaire regelingen. Btw-plichtigen die op 31 december 2021 onderworpen waren aan een forfaitaire btw-regeling, zullen deze kunnen blijven toepassen tot 31 december 2027. Voor nieuwe belastingplichtigen vervalt de keuze voor een forfaitaire regeling reeds nu.

Nike De Bruyn

Gecertificeerd belastingadviseur

Heeft u nog vragen?

Mail naar nike.debruyn@hlb.be
of bel +32 3 449 97 57

Email

Mogelijke hervorming van de btw-tarieven goedgekeurd door de Europese Raad

4 January 2022

Op 7 december 2021 heeft de Europese Raad na lang en uitvoerig debat een akkoord bereikt over een voorstel voor een richtlijn tot hervorming van de btw-tarieven in de EU. Volgens de nieuwe regels zouden de lidstaten tot maximum vier verschillende tarieven kunnen invoeren: een normaal tarief, twee verlaagde btw-tarieven en zelfs een sterk verlaagd of nultarief kunnen toepassen.

Momenteel kent België het normale tarief van 21%, de verlaagde tarieven van 6 en 12% en voor uitzonderingen het 0% tarief. Deze kunnen enkel worden toegepast indien de betrokken goederen en diensten voorzien werden op een lijst (daterend uit 1992). Enkel wanneer het door Europa was opgenomen, was bijgevolg een verlaagd tarief mogelijk.

Bedoeling is om deze huidige lijst te vervangen door een vernieuwde en uitgebreide lijst die zowel de bestaande lijst als de aan individuele lidstaten toegestane afwijkingen vervangt. De nieuwe lijst zou voorzien in verlaagde tarieven voor afbraak en heropbouw, milieuvriendelijke producten zoals elektrische fietsen maar ook zonnepanelen en warmtepompen, toepassingen in de digitale economie, etc.

De voorstellen moeten door het Europees Parlement worden bekrachtigd voordat de Raad de richtlijn formeel kan implementeren. Vermoedelijk zal dit in de loop van maart 2022 gebeuren.

Voor België zet deze hervorming de deur op een kier om het verlaagde btw-tarief voor afbraak en heropbouw buiten de 32 centrumsteden te verlengen na 2022. Tevens liet de minister van Financiën ook al weten dat er ook voor de elektrische fietsen in dat geval naar 6% zal worden geswitcht.

Nike De Bruyn

Gecertificeerd belastingadviseur

Heeft u nog vragen?

Mail naar nike.debruyn@hlb.be
of bel +32 3 449 97 57

Email

Contacteer ons
x
x

Delen via:

Link:

Copied to clipboard Kopieren