Ik wil starten: startersbegeleiding en ‘veelgemaakte fouten’!

21 January 2020

Het aantal starters blijft jaar na jaar groeien en veel mensen spelen met plannen om een activiteit te beginnen. De recente wijzigingen in het vennootschapsrecht, als ook de stelselmatige verlaging van de vennootschapsbelasting, zullen naar verwachting deze trend verder ondersteunen. Interview met Jim Geudens, accountancy director en het aanspreekpunt binnen kantoor Antwerpen voor starters bij HLB.

 

Jim, de startersbegeleiding bij HLB: wat houdt dit in ?

‘Wel, met onze startersbegeleiding willen we voorkomen dat ondernemers ons pas na het starten van de activiteit komen opzoeken. Veelal worden we pas gecontacteerd bij de eerste praktische obstakels (Opzetten boekhouding en eerste administratieve perikelen, BTW-verplichtingen, Facturatie, …). De bedoeling is om vooraf als adviseur samen te zitten met de starter en even te sparren over de vennootschapsrechtelijke en fiscale aspecten bij de opstart van een onderneming.’

Is het dan zo belangrijk om als starter vooraf een adviseur te raadplegen ?

‘Ja, eigenlijk wel. Over het algemeen weten starters heel goed wat zij willen doen. Ze hebben veelal wat ervaring of ze hebben bepaalde opleidingen gevolgd omtrent de voorgenomen activiteit. Het is dus niet de bedoeling dat wij de starter gaan zeggen hoe zij hun activiteiten moeten uitvoeren. Een succesvolle ondernemer is namelijk rotsvast van zijn idee overtuigd. Wij zien echter regelmatig dat ondernemers al een aantal handelingen hebben gesteld vooraleer een adviseur te raadplegen, en dat die aanpak dan juridisch voor problemen zorgt of fiscaal niet optimaal kan worden genoemd.’

Kan je daar een voorbeeld van geven ?

‘Stel dat je voor een activiteit een onroerend goed wil aankopen. Dan is de vraag die wij ons als adviseur stellen: hoe kan dit best georganiseerd worden ? Loopt de aankoop best privé of via een al dan niet nog op te richten vennootschap. Daarbij bekijken we ook het fiscale luik in zijn geheel: dus zowel het moment van aankoop, als gedurende de looptijd van de activiteit als bij de stopzetting ervan. Zo kan vooraf het één en ander fiscaal geoptimaliseerd worden’.

‘Wat wij ook zien is dat starters niet goed weten onder welke vorm men de activiteiten wil uitoefenen. Zelfstandige, zelfstandige in bijberoep of via een vennootschap. Een vennootschap kan ingevolge het nieuwe wetboek met een relatief lage inbreng worden opgericht en fiscaal aanzienlijk voordeliger zijn in vergelijking met een activiteit uitgeoefend als zelfstandige.’

Het fiscale luik is dus een belangrijk onderdeel binnen de startersbegeleiding ?

Uiteraard, maar het is meer dan dat. Wat moet er op de factuur staan ? Moet ik BTW aanrekenen ? Moet ik aansluiten bij een kas voor zelfstandigen ? Welke risico’s zijn er verbonden aan de gekozen vennootschapsvorm ? Moet ik bepaalde verzekeringen afsluiten ? Wat dien ik op te nemen in mijn financieel plan ?…’

Is een financieel plan eigenlijk verplicht ?

‘Ja, en neen. Wettelijk gezien is een financieel plan enkel verplicht bij de oprichting van bepaalde vennootschapsvormen. Voor een zelfstandige activiteit is dit dus geen verplichting. Toch wil ik opmerken dat eigenlijk elke ondernemer minstens voor zichzelf een financieel plan zou dienen op te maken. In zijn meest eenvoudige vorm zou al volstaan: wat zijn mijn verwachte opbrengsten en kosten ? Idealiter wordt ook het fiscale luik erbij betrokken, zodat duidelijk wordt hoeveel de ondernemer zou kunnen overhouden. Vervolgens kan hij of zij gefundeerd beslissen: brengt de activiteit voldoende op om mijn energie er verder in te steken en effectief van start te gaan?… En dát is dan het moment om met ons te komen spreken! (lacht)’

Jim, bedankt voor dit interview. Aan de lezer kan ik nog melden dat een eerste vrijblijvend en verkennend gesprek bij de HLB-startersadviseur gratis is.

Jim Geudens

Gecertificeerd fiscaal accountant

Heeft u nog vragen?

Mail naar jim.geudens@hlb.be
of bel +32 3 449 97 57

Email

Dien tijdig een correcte intracommunautaire opgave in!

20 January 2020

Volgens artikel 39bis van het wetboek btw zijn de leveringen van goederen vrijgesteld van btw wanneer deze goederen worden vervoerd naar een plaats buiten België, maar binnen de Europese Unie op voorwaarde dat de afnemer in het land van aankomst van de goederen hiervoor een geldig btw nummer bezit.

Deze vrijstelling kan tevens worden teruggevonden in de Europese richtlijn 2006/112/EG , meer bepaald in artikel 138.

Om de vrijstelling te mogen toepassen dienen de goederen dus naar een andere lidstaat vervoerd te worden. Omdat de bewijslast hier in de verschillende lidstaten wel eens varieerde, heeft men voortaan op Europees niveau een gemeenschappelijke benadering. De regels hiervoor zijn van start gegaan vanaf 1 januari 2020.

Voor het bewijs van het vervoer naar een ander lidstaat wordt nu voldaan als één van de beide contractspartijen hiervoor een verklaring aflegt, die gestaafd wordt door nog twee bijkomende, onafhankelijke bewijsstukken.

Wanneer de verkoper instaat voor het vervoer kan dit dan een CMR-document, een vrachtbrief, een factuur van vervoer,… zijn.

Wanneer de koper instaat voor het vervoer moeten deze documenten nog aangevuld worden met een schriftelijke verklaring van de afnemer, dat hij deze goederen heeft verworven in een andere lidstaat. Deze verklaring is vergelijkbaar met het “bestemmingsdocument”.

Om de vrijstelling van btw van de intracommunautaire levering in te roepen moet de afnemer over een geldig btw nummer bezitten in het land van aankomst. De afnemer is er dus ook toe gehouden om dit btw nummer mede te delen aan de verkoper, die het moet opnemen op zijn intracommunautaire opgave.

Verder wordt er in de nieuwe regels ook vermeld dat de vrijstelling van intracommunautaire levering niet kan worden toegepast indien de verkoper zijn verplichtingen inzake de indiening van de intracommunautaire opgave niet heeft nageleefd.

Deze verplichting werd opgenomen in het wetboek btw bij wijziging van artikel 39bis.Een niet tijdige intracommunautaire opgave kan dan ook de vrijstelling voor intracommunautaire leveringen kan doen vervallen.

Het is dus van groot belang om een tijdige, correcte intracommunautaire opgave in te dienen, waarin alle intracommunautaire handelingen van de periode zijn opgenomen.

Indien u assistentie wenst bij het indienen van de IC-opgave of indien u wenst dat wij uw situatie analyseren, aarzel niet om ons te contacteren.

Jim Geudens

Gecertificeerd fiscaal accountant

Heeft u nog vragen?

Mail naar jim.geudens@hlb.be
of bel +32 3 449 97 57

Email

Contracten B2B: wijzigingen Wetboek van Economisch Recht…

19 January 2020

Met alles wat er de laatste maanden is geschreven over het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen zouden we haast vergeten dat ook het Wetboek van Economisch Recht (WER) op een aantal vlakken gewijzigd werd. In dit artikel overlopen we de kernlijnen van de wijzigingen met betrekking tot B2B-contracten.

Drieluik

In B2C-relaties kunnen consumenten zich beroepen op bepalingen van het WER waardoor bepaalde contractuele bedingen ten aanzien van deze consumenten nietig zijn. Denk o.a. aan oneerlijke marktpraktijken. Een soortgelijke regeling werd recent opgezet voor B2B-relaties. Deze regeling bestaat uit volgende drie luiken:

  1. Oneerlijke marktpraktijken (in werking sinds 1/09/2019)
  2. Onrechtmatige bedingen (inwerkingtreding 1/06/2020)
  3. Misbruik van economische afhankelijkheid (inwerkingtreding 1/12/2020)

Oneerlijke marktpraktijken tussen ondernemingen

Er was reeds een algemeen verbod op oneerlijke marktpraktijken. Dit wordt nu verder verduidelijkt. Worden in het bijzonder als oneerlijk beschouwd, ‘de marktpraktijken van ondernemingen jegens andere ondernemingen die:

1° misleidend zijn,
2° agressief zijn en
3° die een verboden daad in de zin van het WER in de hand werken.’

1° Misleidende marktpraktijken

Dit zijn praktijken die ertoe leiden dat een onderneming een besluit over een transactie neemt die zij, indien juist geïnformeerd, niet zou nemen. Dit kan doordat op een onjuiste of bepaalde manier informatie gepresenteerd wordt die de onderneming misleidt over bepaalde essentiële elementen zoals o.a. de aard, de kenmerken of de prijs van het product maar evengoed over de rechten en risico’s verbonden aan de transactie.

Ook het weglaten, het verborgen houden dan wel het op onduidelijke, onbegrijpelijke of dubbelzinnige wijze verstrekken van essentiële informatie is misleidend indien dit een onderneming er toe brengt een besluit over een transactie te nemen die zij anders niet zou hebben genomen.

2° Agressieve marktpraktijken

Indien door intimidatie, dwang, geweld of ongepaste beïnvloeding de keuzevrijheid of de vrijheid van handelen wordt beperkt of kan worden beperkt, dan is er sprake van agressieve marktpraktijken. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn indien een onderneming haar machtspositie gebruikt om druk uit te oefenen waardoor het vermogen om een geïnformeerd besluit te nemen voor de andere partij sterkt wordt beperkt. De machtspositie is te begrijpen als de situatie van ongelijkheid tussen een sterke en een zwakke partij. Het kan bijvoorbeeld gaan om het uitbuiten van de contractuele positie van een onderneming tegenover de ander onderneming.

3° ‘die een verboden daad in de zin van het WER in de hand werken’

Dit is het geval wanneer een onderneming een andere onderneming steunt, bijstaat of opdraagt om agressieve of misleidende marktpraktijken te hanteren.

Sanctie

De hiervoor onder 1° en 2° behandelende oneerlijke marktpraktijken zijn verboden en strafbaar. Dit impliceert dat elke belanghebbende een stakingsvordering kan inleiden bij de bevoegde rechtbank en dat er boetes toegepast kunnen worden.

Besluit

In onze volgende bijdragen zullen wij dieper ingaan op de nieuw in het WER opgenomen onrechtmatige bedingen (inwerkingtreding 1/06/2020) en het misbruik van economische afhankelijkheid (inwerkingtreding 1/12/2020).

Zeker de nieuwe bepalingen betreffende onrechtmatige bedingen kunnen van invloed zijn op B2B-contracten en algemene voorwaarden. Eventueel dringt een review zich op.

Dries Vervoort

Tax & Legal Consultant

Heeft u nog vragen?

Mail naar dries.vervoort@hlb.be
of bel +32 3 449 97 57

Email

Contacteer ons
x
x

Delen via:

Link:

Copied to clipboard Kopieren