Effectentaks 2.0: oude wijn, nieuwe zakken?

Zoals genoegzaam bekend, vernietigde het Grondwettelijk Hof in 2019 de ‘eerste’ effectentaks. Om een budgettair blauwtje te voorkomen, mochten de wetgevende loodgieters hun huiswerk overdoen en baarden recent een nieuwe taks op de effectenrekeningen.  

Zonder volledig exhaustief te willen zijn, bieden we hieronder een kort overzicht van de nieuwe bepaling: 

Voorwerp? Het aanhouden van een effectenrekening die gedurende de referentieperiode (dewelke in vergelijking met de vorige taks ongewijzigd bleef) meer dan 1.000.000,00 EUR bedraagt. 

Belastingplichtigen? Natuurlijke –, maar ook rechtspersonen. Het aanhouden van een effectenrekening (> 1 mio EUR) door middel van een vennootschap, vereniging, etc. zal in tegenstelling tot de eerste effectentaks, gewoon worden belast.  

Participaties die niet aangehouden worden door middel van een effectenrekening vallen evenwel buiten de bepaling. Zo wordt bijvoorbeeld een effectenportefeuille, aangehouden via een tussenpersoon, ten bedrage van 1.5 mio EUR AB InBev-aandelen gewoon belast. De aandelen van een dochtervennootschap door een familiale KMO ten bedrage van 5 mio EUR niet, daar deze niet worden aangehouden middels een effectenrekening. 

Tarief? Ongewijzigd op 0,15%  

Belastingheffing? Gelet op het feit dat het voorwerp het aanhouden van een rekening met meer dan 1 mio EUR luidt, wordt principieel een inhouding per effectenrekening uitgevoerd. Indien de rekening gehouden wordt door een Belgische instelling, zal deze inhouding aan de bron gebeuren.  

Voor buitenlandse rekeningen (Luxemburg, Zwitserland, etc.) zullen de nodige formaliteiten zelf dienen ondernomen te worden, mocht de buitenlandse instelling dit niet voor u doen. 

Eenvoudig te omzeilen?  

Allerminst  Een simpele splitsing van één effectenrekening (bv. 10 mio EUR) in meerdere effectenrekeningen (bv. 20) teneinde onder de grens van 1 mio EUR per rekening te blijven, wordt door de fiscus als misbruik aanzien en aldus doorprikt.  

Zo wordt het splitsen van een effectenrekening bij eenzelfde financiële instelling, zonder economisch tegenbewijs, immer als misbruik aanzien.  

Daarentegen zou het opsplitsen van een effectenrekening bij Bank X om deze gedeeltelijk over te dragen aan Bank Y en Z niet als misbruik kunnen worden aanzien, indien deze splitsing het doel heeft om risico te spreiden of omdat Y en Z andere producten aanbieden. 

De start van de ‘misbruikperiode’ is 30 oktober 2020. 

Op weg naar hetzelfde lot als de effectentaks 1.0? 

Het staat vast dat de effectentaks 2.0 op stevigere fundamenten gebouwd is dan zijn voorganger. Toch rijzen er vragen over de billijkheid van de taks. Zo wordt iemand met 5 effectenrekeningen ten bedrage van 250.000 EUR niet belast, terwijl een belastingplichtige met één rekening van 1.250.000 EUR, die even rijk is, wel wordt belast. 

De tijd zal uitwijzen als er scheuren in de nieuwe zakken komen of als de oude wijn nu definitief verzuurd blijkt, dan wel als deze taks in het fiscale landschap zal standhouden. 

Bij vragen of voor hulp bij het aangeven van uw buitenlandse effectrekeningen, kunt u steeds terecht bij uw vertrouw HLB-expert. 

Heeft u nog vragen over dit onderwerp?
Contacteer nu de expert van HLB:

glenn.vermeulen@hlb.be

Tax Consultant
+32 56 26 05 61

Glenn Vermeulen

Share